Boabdil is de
Spaanse naamsverbastering van Abu Abdallah Mohammed XII, laatste heerser van de
Nasriden. Hij was ook bekend als El Chico (de Kleine), vanwege zijn korte
heerschappij, of El Zogoybi (de Ongelukkige). De naam Boabdil kom je overal
tegen in Andalusië. Hij prijkt op de gevel van menig huis, duikt op in legenden
en wordt gebruikt door restaurants, pensions, sauna’s en legio andere gelegenheden.
De Nasriden
waren de laatste islamitische dynastie op het Iberisch schiereiland die heerste
over het emiraat van Granada, dat de provincies Málaga, Granada en Almería omvatte.
Het Nasridenrijk werd in 1237 gesticht door Mohammed I ibn Nasr en kwam in 1492
ten val na een langdurige belegering door Los Reyes Católicos Ferdinand en
Isabella. Terwijl de Reconquista in volle gang was en omliggende taifa’s als Córdoba
en Sevilla werden ingenomen door de Castiliaanse legers, schaarde Mohammed I
zich wijselijk achter Ferdinand III. Het emiraat kwam weliswaar onder invloed te
staan van de Kroon van Castilla, maar bouwde hierdoor wel bestaansrecht op en
floreerde.
De grote bloeiperiode van het Koninkrijk van Granada vond plaats in de
14e eeuw van 1333 tot 1391 tijdens de heerschappij van Yusuf I en
Mohammed V. De stad Granada groeide en het Alhambra werd uitgebreid met de bouw
van diverse paleizen en het Generalife. Uit deze periode stamt ook de beroemde
Leeuwenhof. Granada had een vooraanstaande positie op wetenschappelijk en
cultureel gebied en was een belangrijke schakel in de handel rond de
Middellandse Zee. De Reconquista was echter niet te stoppen, waardoor er
constante schermutselingen waren in de grensgebieden en er langzaam territorium
werd verloren aan de christenen en het koninkrijk almaar kleiner werd.
Onderlinge politieke twisten en de verzwakking van de handelspositie luidden
uiteindelijk de val van het emiraat in.
De epiloog
van de Moorse dynastie wordt gevormd door Abu Abdallah Mohammed XII, Boabdil
genoemd door zijn Spaanse tegenspelers. Hij heeft de pech de 22ste
en laatste vorst van de Nasriden te zijn en is het slachtoffer van een drama
vol list, bedrog en verraad. Boabdil wordt in 1459 geboren in Granada als zoon
van sultan Mohammed XI en de ambitieuze Aixa. Wanneer zijn vader de voorkeur
geeft aan een nieuwe christelijke concubine, zint de uitgerangeerde Aixa
vastbesloten tot wraak. In de navolgende jaren doet zij er alles aan om Boabdil
tegen zijn vader op te zetten, waar de verraderlijke vrouw bijzonder goed in slaagt.
Als Granada in 1482 in opstand komt vanwege de torenhoge belastingen, ziet
Boabdil kans de macht van zijn vijandige vader over te nemen.
Er wordt hem
weinig tijd gegeven om te genieten, want de legers van Ferdinand van Aragon en
Isabella van Castilla belagen de grenzen van zijn koninkrijk. Om prestige te
verwerven onder de bevolking rijdt hij in 1483 met 10.000 soldaten uit om de stad
Lucena in te nemen, maar wordt verslagen en gevangen genomen door de christenen.
Inmiddels herneemt zijn vader, samen met zijn broer de Heer van Málaga, de
macht weer over. Ferdinand en Isabella weten een overeenkomst met Boabdil te
sluiten: hij mag terug naar Granada om zijn vader af te zetten, mag regeren
onder het betalen van grote sommen goud aan het Katholieke Koningspaar en moet grote
delen van het emiraat direct afstaan. In 1487 slaagt Boabdil in zijn missie, wordt
opnieuw tot sultan uitgeroepen en neemt zijn intrek in het fabuleuze Alhambra.
Maar het emiraat is door twist, bedrog en onderlinge strijd volledig ontwricht.
De christelijke legers maken hier dankbaar gebruik van en nemen stad na stad
in. Het pact tussen Boabdil en de christenen blijkt al gauw niets waard. Granada
wordt volledig omsingeld. De legers van Ferdinand en Isabel slaan hun kamp op
in Santa Fé en belegeren Granada gedurende een jaar.
Wanneer Boabdil er van
overtuigd is dat er geen uitweg is, geeft hij na een geheim beraad de sleutels
van de stad en het Alhambra op 2 januari 1492 over, in ruil voor ballingschap.
De Moren krijgen een vrijgeleide en mogen zich met behoud van geloof en
gewoonten vestigen in La Alpujarra, de streek ten zuiden van de Sierra Nevada. Wanneer
Boabdil met zijn gevolg de stad uittrekt kijkt hij vlak voor de afdaling naar
Padul een laatste keer om naar zijn geliefde geboortestad en paleis en huilt om
wat hij achterlaat. Zijn moeder Aixa bijt hem toe: “Je huilt als een vrouw over
wat je als man niet kon verdedigen”. De pas staat nu bekend als de Puerto del suspiro
del Moro (de zucht van de Moor).
Met hun
irrigatietechnieken weten de Moren de Alpujarra tot een vruchtbaar paradijs te
maken. Boabdil verblijft er maar kort en vertrekt al na een jaar naar Fez in
Marokko, waar hij een nieuw paleis mag bouwen. Naar verluidt wordt hij tijdens
een oorlog in 1527 gedood. Ook de belofte van ballingschap in de Alpujarras
blijkt weinig waard. De Moren worden gedwongen zich te bekeren tot het
christendom. Deze nieuwe christenen worden Moriscos genoemd, degenen die toch
volgens hun tradities blijven leven worden in 1570 definitief verdreven.
BIJZONDER OVERNACHTEN:
ACCOMMODATIES IN GRANADA
BIJZONDER OVERNACHTEN:
ACCOMMODATIES IN GRANADA
Geen opmerkingen:
Een reactie posten