"Málaga wordt met de dag mooier. Nieuwe musea, een levendige haven, sfeervolle stranden en een onuitputtelijke keuze aan tapas. Er zijn meer dan genoeg redenen om deze stad beter te leren kennen."
Het licht, de goudgele zandstranden, de gefrituurde vis en het het milde klimaat trekken weliswaar meer buitenlandse toeristen dan Spaanse. Maar gedurende de afgelopen jaren heeft Málaga zich met de komst van een aantal nieuwe musea een plek weten te verwerven tussen andere Europese steden. En daar mag de hoofdstad van de gelijknamige provincie in de regio Andalusië trots op zijn! De belangrijkste nieuwkomers zijn het Museo Carmen Thyssen Málaga en het Museo Automovilístico de Málaga (automobielmuseum). En de Spaanse havenstad is in afwachting van de opening van een volgende: het Museo de Bellas Artes y Arqueológico (Museum voor Schone Kunsten en Archeologie).
Een andere kracht is de zee en de levendige haven met de pas geopende uitgaansgebieden El Palmeral de la Sorpresas en de pier Muelle Uno. Het designpark met de palmen is een lust voor het oog en zowel overdag als 's avonds een lust om te flaneren. Een door moderne lamellen overdekte promenade leidt langs het water naar het nieuwe en hypermoderne winkelcentrum verder op de pier, waar winkels, terrassen en restaurants elkaar afwisselen en grote cruiseschepen liggen aangemeerd.
Tijdens een stadswandeling door het oude centrum van Málaga kun je de autovrije Calle Lariós, het kloppende hart van de stad, met zijn vele winkels, straatmuzikanten, stalletjes met geroosterde amandelen en de legendarische ijssalon Casa Mira uit 1890 niet missen. Het verkeersvrij maken van het oude centrum heeft de stad enorm verfraaid. Naar verwachting zal het voetgangersgebied zich verder uitbreiden.
Op een heuvel middenin de stad, liggen het Alcazaba en het Gibralfaro. Kasteelmuren volgen de glooiende hellingen van de heuvel waarop de citadel en het nog hoger gelegen kasteel zijn gebouwd. Voor een bezoek aan de best bewaarde Moorse fort kun je direct bovenaan beginnen. Een lift, verborgen in de Calle Guillen Sotelo achter het stadhuis, brengt je zonder inspanning voor iets meer dan € 2 naar boven. Eenmaal binnen kun je afdalen langs de nazarí vertrekken, Arabische bogen, Moorse decoraties en tuinen met fonteinen, onderwijl genietend van de prachtige uitzichten over de stad.
Bij de uitgang, aan de voet van de vestingmuren, wacht nog een toetje: het Teatro Romano. Dit Romeinse openluchttheater in de Calle Alcazabilla is pas in de jaren vijftig ontdekt. Eeuwenlang heeft het deze oudheidkundige schat verborgen gelegen onder de heuvel van het Gibralfaro, een weg en het Casa de la Cultura. In de zomer worden er regelmatig evenementen georganiseerd.
bron: elle.es
bron: elle.es
Geen opmerkingen:
Een reactie posten